Het gesprek vindt plaats bij Boltha BV in Breezand, waar het lelieseizoen in volle gang is. In de schuur staat een prototype machine die met behulp van visiontechniek zieke bollen automatisch herkent en sorteert. Dat levert niet alleen een forse arbeidsbesparing op, maar ook een nieuwe datastroom. In hoeverre slagen agrarische ondernemers erin zulke data effectief te benutten, en welke belemmeringen ervaren zij daarbij?
Aan tafel schuiven Peter Wynia (onderzoeker bij AeroVision), Jeroen Noot (directeur Greenport Noord-Holland Noord), bloembollenteler Thijs van den Berg (Boltha BV) en akkerbouwer Henk Geerligs aan. Aanleiding voor het gesprek is de voorlop[ige afronding van het project Datatoepassing in agribusiness, dat een jaar geleden van start ging en onlangs resulteerde in het rapport De praktijk van agri-food datatoepassing in Noord-Holland Noord. Doel van het traject was het in kaart brengen van kansen en knelpunten, om te komen tot een plan dat de sector verder helpt met datatoepassingen en richting geeft aan concrete use cases voor een toekomstig Fieldlab Data in Agri.
Nog niet volwassen

“Er wordt ontzettend veel data verzameld, gebruikt en opgevraagd in de agrarische sector”, stelt Wynia. “Maar dat gebeurt nog niet optimaal. Data-uitwisseling is lastig, niet alle data is bruikbaar en soms raakt data zelfs verloren.” Tegelijkertijd benadrukt hij dat datagebruik allerminst nieuw is. “Elke boer wil dingen weten, gaat meten en genereert daarmee data.”
Dat er nog veel te winnen valt op het gebied van datatoepassing in de agrarische sector, beaamt Van den Berg volmondig. “Datagebruik is nog niet volwassen. Veel beslissingen worden nog steeds genomen op basis van onderbuikgevoel.” Geerligs is nog kritischer: “Het gaat niet om data verzamelen, maar om wat je ermee kunt. Dat gebeurt op dit moment maar op beperkte schaal goed.”
Een positieve uitzondering vormt visiontechniek. “Dat wordt al volop toegepast”, vervolgt Geerligs, “bijvoorbeeld bij onkruidbestrijding, het sorteren van aardappelen en het selecteren van tulpen.” Van den Berg vult aan: “Vision is relatief betaalbaar en levert direct veel op. Het economisch plaatje klopt.” Op andere terreinen ontbreekt dat verdienmodel vaak nog. “De investering in tijd en geld is groot en de uitkomst onzeker”, zegt Geerligs. “Daar zijn ondernemers huiverig voor.” Van den Berg: “Echte verandering komt pas als je het in je portemonnee voelt.”
Grote versus kleine bedrijven
Volgens Noot komt veel datatoepassing voort uit grote bedrijven en ketenpartijen. “De boer profiteert daar lang niet altijd direct van. Bovendien zie je duidelijke verschillen tussen ondernemers: er is een groep koplopers en een groep die – soms bewust – daarbij achterblijft.”
“Kleinere bedrijven kunnen samenwerken om toepassingen toch mogelijk te maken.”
Geerligs: “Voor iedereen geldt dat we steeds afhankelijker worden van technologie en data. Of je het je kunt veroorloven, is eigenlijk geen vraag meer: machines zijn noodzakelijk en worden steeds slimmer. Dat er bedrijven zijn die – al dan niet bewust – sneller meegaan dan anderen, is van alle tijden.”Tegelijkertijd worden technologieën goedkoper en daardoor breder toegankelijk. Wynia: “Kleinere bedrijven kunnen bovendien samenwerken om toepassingen toch mogelijk te maken.”
Verschillende doelen
De mate waarin data een rol speelt op het agrarische bedrijf, hangt sterk samen met het type ondernemer en het doel waarvoor data wordt ingezet. Hoewel Geerligs in de akkerbouw tot de innovatieve koplopers behoort, is hij ook sceptisch als het om data gaat “Ik heb eigenlijk weinig aan alle data op ons bedrijf, want ik kan het niet aan de opbrengst relateren.” Volgens Van den Berg speelt dat vooral op de klei, waar er relatief veel variatie in de eigenschappen van een perceel zit. “Bij ons op zand is die variatie minimaal en geeft opbrengst per partij best veel informatie.”
Optimaliseren van de opbrengst is echter maar één aspect. Data kan ook bijdragen aan efficiënter werken, kwaliteitsverbetering, verduurzaming en het voldoen aan registraties. Vooral die laatste twee zorgen ervoor dat ondernemers in beweging komen. “Boeren moeten steeds meer informatie aanleveren”, zegt Wynia, “bijvoorbeeld aan afnemers en de overheid.”
Eigendom en zeggenschap
Met de groeiende hoeveelheid data rijst ook de vraag van eigendom en zeggenschap. “Volgens de huidige regelgeving zou de zeggenschap bij de boer moeten liggen”, legt Wynia uit. “Maar in de praktijk verzamelen veel partijen data, waaronder afnemers, overheden en toeleveranciers. Het is niet altijd duidelijk wat er met die gegevens gebeurt.”
“Dat data volledig eigendom van de boer blijft, is in mijn ogen een utopie.”
Van den Berg wijst op het belang van toegang tot data voor innovatie. “Toeleveranciers moeten data van hun machines kunnen gebruiken om te verbeteren. Dat is prima, zolang het niet om bedrijfsgevoelige informatie gaat. Dan moet je als ondernemer je IT-beveiliging op orde hebben.” Geerligs vindt dat het debat over eigendom van data soms te krampachtig wordt gevoerd. “Data delen helpt ons ook vooruit. Dat data volledig eigendom van de boer blijft, is in mijn ogen een utopie.”
Noot vult aan: “Het probleem is vaak dat je niet precies weet wat je deelt.” Daar moet volgens hem meer grip op komen. Wynia onderschrijft dat: “Inzicht is cruciaal. Als ondernemer wil je kunnen kiezen wat je met wie deelt – en moet je je bewust zijn van de consequenties.”
Dataversnippering
Een groot knelpunt is de versnippering van data in de agrarische sector. Die maakt uitwisseling en slim gebruik lastig. Het koppelen van databronnen kan wel, maar kost tijd, geld en energie. Voor Geerligs is dat alleen zinvol als het iets oplevert. “Ik wil data kunnen koppelen aan opbrengst per vierkante meter. Anders voegt het niets toe.”
Hij waarschuwt tegen overspannen verwachtingen. “Met data en AI gaan we niet de perfecte boer maken. Datagedreven landbouw is voor mij de kers op de taart. Die taart bestaat uit meerdere lagen, met kennis als basis. Die kennis is er al en kun je uit veel bronnen halen.”
Vakmanschap van boeren
Over één ding zijn alle deelnemers het eens: data kan agrarische ondernemers op onderdelen enorm helpen. Daarbij geldt dat iedere boer zijn eigen vraagstukken heeft waarvoor hij data kan inzetten. Steeds veranderende omstandigheden maken het uitdagend. Juist daar komt het vakmanschap van boeren tot zijn recht – en dat laat zich moeilijk vangen in systemen.
“Je kunt werken met bijvoorbeeld een digital twin, waarin je scenario’s doorrekent in een digitale omgeving”, zegt Wynia. “Maar de vraag blijft altijd: waarom doe je het?” Volgens hem wordt de rol van data regelmatig overschat. “Ondernemerschap draait om kennis. Wat je ook inzet, data ondersteunt het vakmanschap van de boer – niet andersom.”
Wel hebben boeren volgens hem een belangrijke verantwoordelijkheid. “Data vertegenwoordigt waarde. Daar moet je je bewust van zijn en daarnaar handelen wanneer je samenwerkt met derden.”
Rapport: De praktijk van agri-food datatoepassing in Noord-Holland Noord
In het rapport De praktijk van agri-food datatoepassing in Noord-Holland Noord worden de belangrijkste belemmeringen en kansen voor datatoepassing in de agrarische praktijk beschreven. Daarnaast bevat het rapport aanbevelingen om datagebruik verder te brengen en concrete toepassingen te ontwikkelen richting een Fieldlab Data in Agri. Het rapport is hieronder te downloaden