“We waren het best bewaarde geheim van Nederland,” vat Rien van Tilburg de situatie halverwege de jaren 2000 samen. Noord-Holland Noord was rijk aan landbouwgrond, kassen en boerenverstand, maar vrijwel niemand wist het. “In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte uit 2010 stond ons gebied letterlijk leeg op de kaart,” herinnert Jeroen Noot zich. “Alsof hier helemaal niets gebeurde.”
Vijftien jaar later is dat beeld volledig omgedraaid. Vanuit binnen- én buitenland wordt met belangstelling gekeken naar de ontwikkelingen in de Noord-Hollandse agrisector. Greenport Noord-Holland Noord geldt inmiddels als een sprekend voorbeeld van hoe samenwerking innovatie kan versnellen.
Van versnippering naar één Greenport
Het begon in 2006. Rien, destijds voorzitter van het Clusius College, kwam regelmatig de toenmalige gedeputeerde Jaap Bond tegen. “Tijdens een bijeenkomst over de toekomst van de glastuinbouw in Grootslag zei Jaap: ‘Niemand weet dat wij hier zo’n veelzijdige agrarische sector hebben. Daar moeten we wat aan doen.’”
En dat klopte, vervolgt Rien: “Nergens in Nederland is de agrarische sector zo divers als in Noord-Holland Noord. We hebben hier bijna alles: glastuinbouw, bloembollen, vollegrondsgroente, akkerbouw, veredeling, veehouderij, fruitteelt, biologische landbouw en een sterk cluster van toeleveranciers en verwerkers. Maar destijds werkte iedereen nog op zijn eigen eiland. Niemand sprak met één mond.”
Dat besef leidde in 2009 tot de oprichting van Agriboard Noord-Holland Noord, de voorloper van de huidige Greenport. Met Jacques Dekker als programmamanager begon de bundeling van kennis, ondernemerschap en onderwijs. Dankzij intensieve samenwerking, lobbywerk van onder meer Jaap Bond, Thijs Pennink en LTO, en een duidelijke koers, kreeg de regio eind 2011 de officiële Greenportstatus – een erkenning van nationaal belang. “Dat was echt een hoogtepunt,” zegt Rien trots. “Daar hebben we met z’n allen hard voor gewerkt. En eerlijk is eerlijk: het was ook een kwestie van lange adem.”
Een netwerk dat verbindt en versterkt

Vanaf het begin stond de koppeling met het onderwijs centraal. Rien: “Toen we begonnen, stonden de tuinbouwopleidingen onder druk: minder leerlingen, dalende kwaliteit en een vergrijzende sector. We wilden jongeren opnieuw laten zien hoe mooi en vernieuwend werken in de agribusiness is.” Die verbinding kreeg vorm via samenwerkingen met onder meer Hogeschool Inholland en Vonk (voorheen Clusius College). “Projecten als het lectoraat Smart Farming & Robotica van Hogeschool Inholland betrekken studenten direct bij innovaties in de sector,” vertelt Jeroen Noot. “Dat lectoraat onderzoekt hoe robots en data boeren helpen verduurzamen en arbeidstekorten opvangen. Mooi om te zien hoe onderwijs en bedrijfsleven elkaar daarin versterken.”
Samenwerking vormt vanaf dag één de kern van Greenport, benadrukt Jeroen: “We doen niets alleen. Elke stap is een coproductie tussen ondernemers, kennisinstellingen, overheden en partners. Sommige mensen werken direct bij ons, anderen bij partnerorganisaties met een ‘Greenport-pet’ op. We zien steeds meer verbindingen ontstaan.”
Een goed voorbeeld is Greenchain NH, waarin innovatieprojecten in de agrifoodsector worden gebundeld met steun van onder andere de provincie, Ontwikkelingsbedrijf NHN en onderwijsinstellingen. “Zo versterken we niet alleen de innovatiekracht, maar zorgen we er ook voor dat opleidingen aansluiten op wat de sector nú vraagt,” aldus Jeroen. “Het stelt ons in staat op een hoger niveau samen te werken.”
Jeroen Noot: “Met een projectportfolio van 33 miljoen euro winnen we ook vertrouwen bij ondernemers.”
De resultaten mogen er zijn: de projectportefeuille heeft inmiddels een waarde van ruim 33 miljoen euro, en er zijn meerdere Europese EFRO-projecten binnengehaald. “Daardoor winnen we ook vertrouwen bij ondernemers,” zegt Jeroen. “Individueel zijn ze vaak te klein om zulke subsidies aan te vragen. Wij ontzorgen, verbinden en helpen goede ideeën verder.”
Vooruitlopen met waterstof en waterbeheer
Een van de meest spraakmakende initiatieven is volgens Jeroen het Fieldlab Waterstof in Agri. “Daarmee lopen we echt voor de troepen uit. We onderzochten of waterstof toekomst heeft in de landbouw, bijvoorbeeld voor machines, energieopslag en verduurzaming. Hoewel het economisch nog niet haalbaar bleek, wilden ondernemers als Bas Karsten van Rainbow Colors en Pim Sturm van Loonbedrijf Sturm-Jacobs tóch investeren. Ze liepen daarbij tegen obstakels aan — van ruimtelijke ordening tot verzekeringen — en dan helpen wij om die barrières te slechten. Mede dankzij onze ondersteuning kunnen ze nu verder.”
Rien noemt met enthousiasme een ander project: Zoetwaterboeren. “Dat is een prachtig voorbeeld van innovatie uit de praktijk. Akkerbouwer Klaas Schenk maakt zich zorgen over de beschikbaarheid van zoet water. Op zijn bedrijf is een systeem aangelegd dat regenwater opvangt, ondergronds opslaat, zuivert en op het juiste moment weer afgeeft. Greenport en Vertify zorgden voor financiering en onderzoekspartners. Zijn bedrijf is nu een voorbeeldlocatie voor collega’s, studenten en bezoekers. Dat is waar het om draait: kennis delen, leren, vooruitkijken. En eerlijk: dit is slechts één van de vele mooie initiatieven.”
De kracht van communicatie
Toch blijft er werk aan de winkel, vinden beide heren. “Als je de media volgt, lijkt landbouw een achtergebleven sector,” zegt Jeroen. “Terwijl het juist een van de meest innovatieve sectoren van Nederland is. Alleen: dat verhaal krijgt nog te weinig aandacht.” Rien vult aan: “De helft van ons succes zit in communicatie. We moeten laten zien hoe vernieuwend en duurzaam de sector al werkt — én eerlijk zijn over hoe complex het soms is. Onze kopgroep van ondernemers doet fantastische dingen, maar de uitdaging is de middengroep mee te krijgen.”
De samenwerking met het onderwijs speelt daarin een belangrijke rol, ziet Rien. “Steeds meer studenten lopen stage bij agrarische bedrijven of doen er hun afstudeeronderzoek. Dat vergroot de kans dat ze hier blijven werken. Wie eenmaal ziet hoe vernieuwend deze sector is, blijft vaak hangen.”
Een organisatie in transitie

Na zestien jaar draagt Rien het stokje over om van zijn pensioen te gaan genieten. Zijn vertrek valt samen met een bestuurlijke vernieuwing. Greenport Noord-Holland Noord heeft de structuur aangepast: waar eerder een bestuur en stuurgroep samenwerkten, is nu gekozen voor één directeur-bestuurder met een raad van toezicht. “Dat past beter bij de omvang en professionaliteit van de organisatie,” zegt Rien. “We groeiden hard en kregen verantwoordelijkheden die niet meer bij een vrijwillig bestuur pasten. Jeroen was altijd al het gezicht van de Greenport. Nu is dat ook formeel zo.”
Rien van Tilburg: “Ondernemers met lef en visie die altijd willen verbeteren. Dat inspireert enorm.”
Jeroen: “In de uitvoering verandert er weinig, maar formeel wel. Ik leg nu verantwoording af aan de raad van toezicht en onze partnerraad. Het is een stap die past bij een volwassen organisatie.” Rien kijkt met voldoening terug. “Ik heb dit werk met ongelooflijk veel plezier gedaan. De sector is zó boeiend. Ondernemers met lef en visie die altijd willen verbeteren. Dat inspireert enorm. Daar word je trots van.”
Vooruitkijken
En Jeroen? Die kijkt vooral vooruit. “Ik heb er veel zin in. De sector staat voor grote uitdagingen: ruimtegebrek, de Kaderrichtlijn Water, maatschappelijke druk. Maar we hebben hier voorlopers die durven. De kunst is om de middengroep mee te nemen én uit te leggen hoe belangrijk deze sector is voor Nederland. Zonder onze telers en agribusiness staat er straks misschien geen Nederlandse sla meer op tafel.”
De komende jaren wil Jeroen vooral bouwen aan continuïteit. “Mijn doel is om Greenport Noord-Holland Noord verder te professionaliseren en onze verhalen zichtbaarder te maken. Wie denkt dat landbouw ouderwets is, heeft al jaren niet meer in deze regio rondgekeken. De agrifood-sector hier is een van de meest innovatieve van Nederland. We moeten laten zien dat we een moderne, toekomstgerichte sector zijn die midden in de samenleving staat. Dat gezamenlijke gevoel maakt deze regio uniek.”
Rien besluit optimistisch: “Er is altijd reden tot zorg, maar ook tot trots. Toen we begonnen, wisten we niet waar we zouden uitkomen. Er waren zoveel onzekerheden, we waren afhankelijk van overheidsmiddelen en subsidies. Maar de lijn is altijd stijgend geweest en de laatste jaren zelfs steiler. De agrifood-sector in deze regio staat nu stevig op de kaart. Met Jeroen aan het roer komt het de komende jaren helemaal goed.”